De stijging van huizenprijzen vlakt af door een groter woningaanbod en verminderde betaalbaarheid. Dat blijkt uit het Kwartaalbericht Woningmarkt van RaboResearch.

Hoewel huizenprijzen dit jaar gemiddeld nog met 8,6% stijgen en in 2026 naar verwachting met 5,5%, neemt het tempo van de stijging sinds eind 2024 af. Volgens RaboResearch komt dit deels door de zogenoemde ‘uitpondgolf’, waarbij beleggers huurwoningen verkopen vanwege strengere belastingregels en de Wet betaalbare huur. Dit zorgt voor een groter aanbod koopwoningen.

Naast het toegenomen aanbod speelt de betaalbaarheid een belangrijke rol. De prijzen stijgen al geruime tijd harder dan de lonen, waardoor kopers minder ruimte hebben om te bieden. “Er zit eenvoudigweg een grens aan wat potentiële kopers kunnen betalen”, zegt econoom Carola de Groot van RaboResearch.

De prijsgroei is het sterkst buiten de Randstad. In delen van Groningen en Drenthe lagen de prijzen in het tweede kwartaal van 2025 ruim 16% hoger dan drie jaar eerder. In de regio Delfzijl en omgeving stegen de prijzen zelfs met ongeveer 20%, al bleef dit in absolute bedragen beperkt tot circa 19.000 euro. In steden als Utrecht viel de prijsstijging juist gematigder uit door het extra aanbod van voormalige huurwoningen.

Nieuwbouw blijft achter

RaboResearch waarschuwt dat de oplevering van nieuwbouwwoningen de komende jaren stagneert. Gemeenten verstrekten de afgelopen maanden minder vergunningen, waardoor de doorstroming op de koopwoningmarkt verder onder druk komt te staan. Dit kan de krapte in het woningaanbod op termijn opnieuw vergroten.

Bron: Infinance